Juweeltje

 
 

Toen ik in 1979 hoorde dat mijn jeugdvriend Gerard zich tegen een boom te pletter had gereden was dat een enorme schok. 35 jaar was hij. Ik zal nooit vergeten dat ik via hem in contact kwam met de 'Tachtigers'. In de ban van die kritische, literaire stroming van rond 1880 moest ik van hem per se het boek 'De Kleine Johannes' van Frederik van Eeden lezen. Gehoorzaam las ik het grote-mensen-sprookje over kleine Johannes, Windekind en de zoektocht naar geluk. Aan het einde van ons oeverloze gezwam over de ongelooflijke diepgang gaf hij me een schouderklopje.   

Met beide benen op de grond bezoek ik jaren later de Haagse Boekenmarkt. Bij een kraam valt mijn oog op 'De Kleine Johannes'. Zo achteloos mogelijk informeer ik bij de koopman naar de prijs van het boek. De zestiger kijkt me aan en zegt: "Vooruit, voor jou zeven en half." "Zeven vijftig voor dit gammele boek?" reageer ik. "Gammele boek? Jongeman, even goed luisteren. Dit is een eerste druk uit 1887 met een originele ets van Jan Veth erin. Een zeldzaam exemplaar met, zoals je ziet, een vergulde opdruk." Een man op leeftijd achter mij vraagt of hij het boek even mag inzien. "Verkocht," roep ik. Al ruim 50 jaar koester ik mijn juweeltje.     

Onlangs ontving ik een email van de bibliotheek over een cultuurlezing door spreker/docent Hoo Man Chan, met als titel 'Door het oog van Jan Veth'. Onmiddellijk komt de ets in mijn boek boven. Ik lees dat hij kunstschilder, dichter en kunstcriticus is geweest en aangesloten was bij het tijdschrift 'De Nieuwe Gids' van de 'Tachtigers'. Vanzelfsprekend neem ik mijn boek mee naar de lezing. Ter lering en vermaak. 

Wim Quist

Column Overzicht