Laat me

Een poos geleden werd ik door Theater Het Veur Leidschendam geattendeerd op een optreden van het Fado-ensemble Quatro Ventos. Als liefhebber van die muziek was ik er als de kippen bij om een plaatsbewijs te bemachtigen. Want, vol is vol.

Ik heb net een mooie plek vooraan ingenomen als een deftige dame op leeftijd naast me komt zitten. Ze vraagt of ik Fadoliefhebber ben. "Voor mij maakt de muziek niet veel uit," fluistert ze met een Beatrixstem. "Ik heb er een hekel aan om op zondagmiddag alleen thuis te zijn. Meneer, ik weet echt niet wat me te wachten staat." Ik reageer dat ze er beslist geen spijt van krijgt. "Fado is een Portugees levenslied dat vroeger voornamelijk in armoedige kroegen werd gezongen. Het lied geeft stem aan verdriet, melancholie, blijdschap. Mevrouw, we gaan gegarandeerd een mooie zondagmiddag beleven."

Op dreef vertel ik verder dat het programma in het teken van Fado Mundo staat. "Ofwel, Fado Wereld. Ik heb gelezen, dat zanger/gitarist Manuel  Pashanna uit de Azoren internationale elementen in het programma heeft opgenomen. Zo heeft hij bijvoorbeeld een nummer van Ramses Shaffy in een Fadojasje gestoken."

Al direct bij de eerste tonen waan ik me in de Portugese Algarve. In hotel Vasco da Gama waar vrijwel iedere avond live Fado te genieten is. “U hebt helemaal gelijk, meneer. Zalige muziek!", reageert mijn buurvrouw enthousiast.

Aan het einde van het Fadofeestje kondigt de leider van het ensemble met een glimlach op zijn gezicht 'Laat me' van Ramses Shaffy aan. Bijzonder om het prachtige liedje in het Portugees in Fado-uitvoering te horen. Als hij halverwege overschakelt op Nederlands, zingt het zaaltje zachtjes met hem: “Laat me, laat me, laat me m'n eigen gang maar gaan ...” Ik voelde een traan over mijn wang biggelen. En mijn buurvrouw, zij pakt een tissue en zegt: “Sorry hoor, meneer".

Wim Quist

Column Overzicht