Goed mens

Regelmatig reis ik met de Randstadrail naar Den Haag. Zeker tijdens daluren is dat prima te doen. Altijd plenty vrije zitplaatsen. Bovendien spaar ik zo flink wat parkeergeld uit voor duur parkeren in het centrum. 

Zoals gewoonlijk is het rond elf stil in de tram. Voor mij zit een vrouw van midden veertig. Schuin tegenover haar zit een jongeman van een jaar of achttien, schat ik. Alles gaat z'n gangetje in de tram tot de jongeman de mouwen van zijn jack opstroopt en zijn handen met de handpalmen naar boven op zijn knieën legt. Vervolgens buigt hij zijn hoofd achterover in zijn nek en begint te bidden. Met gesloten ogen. Onhoorbaar. Ik zie zijn lippen bewegen. Volledig in trance prevelt hij. Bij het naderen van halte Leidschenveen beëindigt hij het gebed tot zijn hemelse Vader en gaat hij weer gewoon zitten.

Al die tijd heb ik verwonderd toegekeken. Ongetwijfeld geldt dat ook voor mijn buurvrouw voor me. Ik weet niet wat ik van zijn openbare bede moet denken. Even later verbreekt de vrouw de stilte. Ze vraagt aan de jongeman of het wel goed met hem gaat. Hij reageert, dat hij het even niet meer ziet zitten. Dat hij het even niet meer weet. Hij kijkt op zijn horloge, maakt een hulpeloos gebaar en zegt dat hij te laat op zijn afspraak komt. "Ik hoop van harte dat het goed met je komt," spreekt de vrouw hem moed in. Hij kijkt haar aan en glimlacht verlegen.

Als de tram even later bij Leidschenveen tot stilstand komt, zegt hij: "Mevrouw, u bent een goed mens." Hij knikt beleefd naar haar en stapt uit.

Wim Quist

Column Overzicht